EDUCATIEVE PRAKTIJK BINNEN HET SOLIDARITEITSCONTINUÜM
[Noot 17/01/2022: deze tekst is een voorlopige versie, gebaseerd op ‘Strategisch kader Komyuniti’]
Het solidariteitscontinüum is een strategisch kader dat is uitgewerkt in functie van de samenwerking binnen Komyuniti. Het duidt hoe het samenspel van de werking van Studio Globo en Broederlijk Delen samen bijdragen tot maatschappelijke verandering. Dit bepaalt mee hoe wij ons onderwijswerk begrijpen en vormgeven.
Het solidariteitscontinuüm
In educatiewerk wordt vaak gebruik gemaakt van het educatief continuüm (IKOS-handboek van Luc Dekeyser en Jan Servaes, 2003). In dit model krijgt het leerproces vier fasen (sensibilisering, bewustmaking, activering, borging) met waar relevant een cognitieve en een affectieve component.
In onze benadering leidt het continuüm echter tot effectief engagement voor maatschappelijke verandering. Daarom breiden wij dit model uit naar het solidariteitscontinuüm (voor het eerst in ‘Strategisch kader Komyuniti 2014-2019’). Bovendien formuleren wij de fasen vanuit het standpunt van de doelgroep, en niet vanuit het standpunt van wat een organisatie doet (zoals bij het educatief continuüm).
We onderscheiden vijf fasen die met elkaar samenhangen: leren, participeren (aan activiteiten), organiseren (mee projecten en beweging organiseren), socialiseren (maatschappelijk vertalen) en politiek vertalen. We zien dit continuüm niet als lineair (eerst deze fase, dan de volgende etc.), maar als cyclisch (elke fase is een instapmogelijkheid).

Hoe begrijpen wij het solidariteitscontinuüm?
Het solidariteitscontinuüm bepaalt voor ons de samenhang van de werking, bijvoorbeeld:
- In de onderwijswerking loopt ‘leren’ in de klas uit op deelnemen aan en organiseren van campagneactiviteiten op school, maar omgekeerd groeit vanuit deelname aan acties ook interesse naar meer informatie en dus naar ‘leren’.
- In het bewegingswerk geeft onthaal en vorming van vrijwilligers aanleiding tot het mee organiseren van acties.
- De werking in België biedt kansen om in te stappen in verschillende fasen, van ‘leren’ tot ‘politiek vertalen’.
- Binnen het hele Komyuniti-programma vormt de werking in de partnerlanden een maatschappelijke vertaling van het educatie-, bewegings- en politiek werk in België, en omgekeerd.
Het continuüm is een cyclus, waarbij de instap kan gebeuren in elke fase en de volgordes verwisselbaar zijn. In de beleving van solidariteit is het vandaag niet meer zo dat de ideologie eerst komt, en vervolgens de toepassing. Vaak komt eerst het doen, en al doende leert men.
De affectieve component is belangrijker dan de cognitieve component. Innerlijke betrokkenheid creëert belangstelling om ergens meer over te weten. Zonder betrokkenheid zal/kan men de informatie geen plaats geven.
- Daarom zien we verbondenheid als doel van onze onderwijswerking. We spreken eerder over solidariteitseducatie dan over ontwikkelingseducatie. Essentieel is de doorleefde solidariteit die leidt tot solidair handelen.
- Daarom zien we ‘bewustmaking’ niet als het resultaat van louter kennis of een analyse van de huidige wereldproblematiek die demotiverend en beklemmend kan werken. We zien bewustwording als groeiend uit het besef van recht en onrecht, doorheen de solidaire praktijk.
We hanteren het solidariteitscontinuüm om effecten te onderscheiden. De doorstroming van een doelgroep, bijvoorbeeld deelnemers aan een inleefreis (leren en participeren) die infoavonden organiseren in hun gemeente (organiseren en socialiseren), kan als een effect vastgesteld worden.